Sieraden

De Volendammers hielden niet alleen nu, maar ook in vroeger jaren van pronk. In het vissersdorp aan de Zuiderzee was het indertijd toch opzienbarend dat de bevolking op de zondagen en feestdagen getooid ging in rijke kleding, gecombineerd met gouden en zilveren sieraden, in vergelijking met wat gebruikelijk was in de overige vissersdorpen rond de Zuiderzee. Wanneer we de originele kledingstukken uit het verleden bekijken had het al geheel iets voornaams. De vrouwen droegen kostbare gouden sloten met een bloedkoralen ketting van drie rijen dik. Na de tweede wereldoorlog aangevuld met een gouden kruisje en ketting om de hals en gouden, zilveren of vergulde spelden in het kletje. Hun met trots gedragen kleding, versierd met kleurrijke bloemmotieven en duur kantwerk gaf het geheel een rijke uitstraling. Zij stonden ervoor en durfden het leven aan. Bij de mannen was het wel niet alles goud wat er blonk, en minder kleurrijk, maar het geheel van de weidse klederdracht en glimmende sieraden was indrukwekkend en straalde kracht, stoerheid en 19e eeuwse mystiek uit. De zilveren schoengespen, zilveren klapstukken op de broek en zilveren knoop en ketting op de borst, inclusief twee gouden halsknopen en soms gouden oorbellen, behoorden tot de uitmonstering. Niet alleen van de welgestelde visser, maar ook heel gewoon onder de jongelui en de gewone man.